Uganda - missie: Een druppel op een gloeiende plaat?
Dát vroeg ik me af, ziende op de nood en de ellende in dit door oorlog, armoede en AIDS geteisterde land. Wat konden wij vijven nu betekenen voor deze mensen in nood?
Maar ik werd (zoals vaker) gecorrigeerd door Captain Jack (Ds. Plantinga): “Nee, het is een druppel op de goede plaats!” En gelijk heeft hij. Denk maar aan de woorden van de Heer: “Wat je gedaan hebt voor de minste van mijn broeders, heb je voor Mij gedaan”.
En zo zijn we gezegend en bemoedigd geweest in onze pogingen om aan ruim honderd voorgangers, jeugdwerkers en pastores onderwijs in Gods Woord te geven. Overduidelijk is Gods Geest hard aan het werk in Uganda en wij mochten daar ook even zijn werktuigen zijn.
De eerste week waren we in Lweza, tussen Entebbe en de hoofdstad Kampala. We arriveerden op vrijdag (10 oktober) en zaterdag besteedden we aan oriëntatie, voorbereiding en kennismaking met Stephe Mugabi, de Ugandese coördinator van dit project. Nadat we zondag twee kerkdiensten bijwoonden, kwamen ’s avonds de eerste deelnemers van heinde en verre naar het conferentiecentrum Lweza. Maandag begonnen de lessen aan ruim 65 mensen, die in vijf groepen verdeeld werden. Elke dag kregen die groepen vijf lessen van een uur, door ons vijven bij toerbeurt gegeven. Zo gaven we die week ieder vijfentwintig lessen. Heel intensief en vermoeiend was het, maar zó mooi! Er was zoveel aandacht en honger naar diepere kennis van Gods Woord. De lessen werden gegeven aan mensen die meestal in afgelegen streken voorganger van een gemeente zijn, maar vaak heel weinig opleiding hebben gehad. Er waren mensen bij die alleen hun eigen taal spraken, dus hadden we daar een tolk bij nodig.
Bij de dagopening hielden onze dominees een schriftoverdenking en ’s avonds beluisterden we een preek van een van de Ugandese voorgangers, die daarna besproken werd. Altijd werd er veel gezongen, geklapt en gedanst tot eer van God.
Bij het buitengewoon hartelijke afscheid van deze groep op vrijdag mochten we een groep Pokots blij maken met een doos bijbels in hun eigen taal.
De volgende dag maakten we een reis van 400 km over een weg vol gaten naar het noorden, naar de stad Lira, in een tot voor kort zeer onveilig gebied. Wat we daar zagen aan ellende en armoede is haast niet te beschrijven.
Ook de ongeveer vijftig deelnemers van deze tweede bijeenkomst waren zeer gemotiveerd om door studie van Gods woord gevoed en gesterkt te worden en zo het goede nieuws van Gods liefde, genade en verzoening in Jezus Christus nog beter door te kunnen geven aan de door armoede, ziekte en gevolgen van de jarenlange oorlog getraumatiseerde bevolking. Op onze vraag wat ze het dringendst nodig hadden, was het antwoord steevast: bijbels! We hebben hen beloofd ons best te doen dáár in ieder geval voor te zorgen.
Broeders en zusters, u hebt ons met uw gebeden ondersteund. Wilt u blijven bidden voor de Christenen in Uganda?
Zoals Ds. Reitsema zondag al vertelde, willen we zoveel mogelijk bijbels kopen. Voor elke vijf euro die u geeft kan een bijbel gekocht worden. Het mooie is dat de totale opbrengst verdubbeld zal worden. Ook zou het heel mooi zijn als er genoeg geld binnenkomt om een aantal predikers een goede theologische opleiding te kunnen laten volgen. Dat kost 500 euro per jaar.
De nood is hoog. Dat hebben we gezien.
Namens de Uganda-gangers, Kees van Driel.
Dát vroeg ik me af, ziende op de nood en de ellende in dit door oorlog, armoede en AIDS geteisterde land. Wat konden wij vijven nu betekenen voor deze mensen in nood?
Maar ik werd (zoals vaker) gecorrigeerd door Captain Jack (Ds. Plantinga): “Nee, het is een druppel op de goede plaats!” En gelijk heeft hij. Denk maar aan de woorden van de Heer: “Wat je gedaan hebt voor de minste van mijn broeders, heb je voor Mij gedaan”.
En zo zijn we gezegend en bemoedigd geweest in onze pogingen om aan ruim honderd voorgangers, jeugdwerkers en pastores onderwijs in Gods Woord te geven. Overduidelijk is Gods Geest hard aan het werk in Uganda en wij mochten daar ook even zijn werktuigen zijn.
De eerste week waren we in Lweza, tussen Entebbe en de hoofdstad Kampala. We arriveerden op vrijdag (10 oktober) en zaterdag besteedden we aan oriëntatie, voorbereiding en kennismaking met Stephe Mugabi, de Ugandese coördinator van dit project. Nadat we zondag twee kerkdiensten bijwoonden, kwamen ’s avonds de eerste deelnemers van heinde en verre naar het conferentiecentrum Lweza. Maandag begonnen de lessen aan ruim 65 mensen, die in vijf groepen verdeeld werden. Elke dag kregen die groepen vijf lessen van een uur, door ons vijven bij toerbeurt gegeven. Zo gaven we die week ieder vijfentwintig lessen. Heel intensief en vermoeiend was het, maar zó mooi! Er was zoveel aandacht en honger naar diepere kennis van Gods Woord. De lessen werden gegeven aan mensen die meestal in afgelegen streken voorganger van een gemeente zijn, maar vaak heel weinig opleiding hebben gehad. Er waren mensen bij die alleen hun eigen taal spraken, dus hadden we daar een tolk bij nodig.
Bij de dagopening hielden onze dominees een schriftoverdenking en ’s avonds beluisterden we een preek van een van de Ugandese voorgangers, die daarna besproken werd. Altijd werd er veel gezongen, geklapt en gedanst tot eer van God.
Bij het buitengewoon hartelijke afscheid van deze groep op vrijdag mochten we een groep Pokots blij maken met een doos bijbels in hun eigen taal.
De volgende dag maakten we een reis van 400 km over een weg vol gaten naar het noorden, naar de stad Lira, in een tot voor kort zeer onveilig gebied. Wat we daar zagen aan ellende en armoede is haast niet te beschrijven.
Ook de ongeveer vijftig deelnemers van deze tweede bijeenkomst waren zeer gemotiveerd om door studie van Gods woord gevoed en gesterkt te worden en zo het goede nieuws van Gods liefde, genade en verzoening in Jezus Christus nog beter door te kunnen geven aan de door armoede, ziekte en gevolgen van de jarenlange oorlog getraumatiseerde bevolking. Op onze vraag wat ze het dringendst nodig hadden, was het antwoord steevast: bijbels! We hebben hen beloofd ons best te doen dáár in ieder geval voor te zorgen.
Broeders en zusters, u hebt ons met uw gebeden ondersteund. Wilt u blijven bidden voor de Christenen in Uganda?
Zoals Ds. Reitsema zondag al vertelde, willen we zoveel mogelijk bijbels kopen. Voor elke vijf euro die u geeft kan een bijbel gekocht worden. Het mooie is dat de totale opbrengst verdubbeld zal worden. Ook zou het heel mooi zijn als er genoeg geld binnenkomt om een aantal predikers een goede theologische opleiding te kunnen laten volgen. Dat kost 500 euro per jaar.
De nood is hoog. Dat hebben we gezien.
Namens de Uganda-gangers, Kees van Driel.